Vijf jaar later….
Kort geleden las ik een paar columns van een jaar of vijf geleden nog eens door. Toen schreef ik onder andere het volgende: “Vroeger als kind snapte ik er helemaal niks van. Mijn moeder, ‘behept’ met een redelijke dosis ijdelheid, werd behoorlijk chagrijnig als ze ’s morgens zag dat het slecht weer was. Waarom? Mama had dun en weinig haar. Met veel moeite werd dat dagelijks met veel zorg getransformeerd tot een prima kapsel…. totdat ze de deur uit moest en storm en regen moest doorstaan. Wèg kapsel en wij, haar kinderen, konden zich mama’s ellende totaal niet voorstellen. Onze mama was immers altíjd mooi en goed zoals ze was. Toen ik zelf volwassen werd, ging ik haar haarprobleem helemaal begrijpen. Ik had namelijk niet alleen een moeder, maar ook een vader met dun haar! Als ik nu naar onze b.n.-ers kijk, lijkt het alsof iedereen dik, mooi, vol haar heeft, maar ik weet toch zeker dat Linda de Mol vroeger niet zo’n volle haarbos had. Lang leve de uitvinding van de extensions. Mijn moeders opmerking destijds dat ze het liefst in de middag of de avond op de foto ging, daar snapte ik ook niks van. “Dan zijn de plooien en wallen weggetrokken”. Ze had gelijk. Ook dat merk ik al jaren. Tegenwoordig valt het me op dat veel vrouwen boven de veertig opeens van die grappige hamsterwangetjes hebben en dat er geen frons tussen hun wenkbrauwen meer valt te ontdekken. Lang leve de fillers en de botox. Zij kunnen zich gewoon op elk moment van de dag laten fotograferen. Hoeven niet te wachten tot de zwaartekracht het werk heeft gedaan.”

Van de week bedacht ik me, dat er de afgelopen jaren nog meer cosmetische ingrepen mode zijn geworden: wat te denken van al die opgespoten lippen. Heeft niks met het camoufleren van rimpels te maken, maar met een schoonheidsideaal. Volle, nog vollere, lippen zijn helemaal ‘in’, of je nou 18 of 68 bent, net als ondergoed dat dikkere, vollere billen moet suggereren bij de dames. Er bestaat ook een mannenvariant: bij hen zit dat ‘opvulsel’ behalve soms aan de achterkant, vooral aan de voorkant!
Behalve de extensions die al jaren mijn ‘heel’ dunne bosje haar omtoveren tot een ‘gewoon’ dun bosje, heb ik inmiddels, voor hoogtijdagen, een klein haarstukje aangeschaft. Net als Maxima, alleen heeft zij er veel meer dan één.
En nagelbijten. Dat doe ik, sinds een jaar of vijf niet meer. Lang leve de uitvinding gel lak.

Ik denk dat mijn moeder, als ze even vanuit de Hemelbar naar beneden zou kunnen kijken, jaloers zou zijn op al deze moderne uitvindingen, op mijn prachtige nagels en een tikkeltje meer haar, maar meteen ook zou denken “ik hoop wel dat ze nog even wacht met die hamsterwangetjes ”.