Er staat een cameraploegje van “Kassa” voor de jumbo voor een ‘Voxpop’. De mening van de man of vrouw in de straat. Ze hebben een oudere dame getackeld wier hele houding uitstraalt uit dat ze hier maar matig van gediend is. Ze blikt wantrouwig over haar mondkapje en doet nog een stapje achteruit om de microfoon aan de lange hengel te ontwijken.
Of ze wel eens eieren in de supermarkt koopt, wil de interviewer weten.
“Ik haal ze altijd op de markt,“ meldt de dame. “Je hebt zo je vaste routine.” Of ze weet waar de eieren vandaan komen? De hakken gaan zichtbaar in het zand: “Nee, maar ik haal ze altijd op de markt.” Punt. De interviewster van Kassa wint geen centimeter terrein en het is volmaakt duidelijk dat het mevrouw worst zal zijn of de poelier de eieren per privéjet in laat vliegen uit een wellness resort, of persoonlijk uit een boom plukt; als ze maar van de markt zijn. Ik waag me langs de mevrouw met de hengel en de camera, want ik ben veilig. Desgevraagd kan ik met een hooghartig knikje laten weten dat ik altijd biologische eieren koop, dan is de kous meteen af…dacht ik nog, voordat ik me in de nesten werkte. Het blijkt dat ze nou net zaten te wachten op zo’n naïeve deugdzame bio-eieren-koopster als ik. De Kassa mevrouw heeft beet en laat niet los. Of ik wel weet hoe die blije bio-legkipjes, die ik het allerbeste wens aan hun einde komen? Gelet op de triomfantelijke glimlach van mevrouw Kassa vermoed ik dat het niet iets is met stemmige muziek, ‘broedend nam god tot zich’ of ‘veilig in Jezus’ armen’. “Wil ik dat weten?” probeer ik nog. Ze is onverbiddelijk. Er volgt een relaas over het opscheppen van grote aantallen kippen tegelijk, waarna ze aan de pootjes… eh, u wilt dit ook niet weten. Hoe ik dan verwacht had dat drie sterren beter leven bio-legkipjes aan hun eind kwamen, vraagt ze nog. Nu gaan er dagen voorbij dat ik geen enkele gedachte wijd aan de details van de biologische pluimveehouderij, maar vooruit. In het kader van de paasgedachte en andere onfortuinlijke executies mompel ik iets zwaks over humaan en diervriendelijk slachten, wat altijd een tikje tegenstrijdig klinkt. En dan de hamvraag: “Hoeveel zou u meer willen betalen voor een doosje eieren om dit te stoppen?”. “Twee kwartjes,” poch ik, want ik heb het gevoel dat ik iets goed te maken heb. Dat blijkt niet nodig, voor 0,1 cent meer per doosje is het opgelost. Ik fiets een illusie armer naar huis en wens de Kassa-mevrouw in gedachten een mooie functie elders.
Zuster Obstinata