
De polder van Eemnes wordt wel de mooiste polder van Eemnes genoemd alhoewel zanger/dichter Hans Dorrestijn daar een andere mening over zal hebben getuige zijn lied over ‘De polder van Eemnes’..
Voor verbetering van het gebruik van deze polder zijn er twee grote ruilverkavelingen geweest. De eerste in de periode 1938-1943 en de tweede van ca. 1988-2002.
De eerste ruilverkaveling, genaamd ‘De Eemnesser polders’ omvatte een gebied van 2100 ha en dat was maar liefst 2/3 deel van het oppervlak van hele gemeente. Het belangrijkste voordeel voor de boeren was de bereikbaarheid van de eigen landerijen door de aanleg van wegen en een efficiëntere verdeling van de percelen grond in de polder.
In 1940 was de eerste ruilverkaveling ‘De Eemnesser polders’ onderwerp van bespreking in de gemeenteraad van Eemnes. Burgemeester mr. P.A.L. van Ogtrop deelde toen mee, dat bij de verkavelingswerkzaamheden in de polder boomstronken en zelfs hele boomstammen, goed geconserveerd waren aangetroffen. Deze boomstammen lagen alle in de richting zuid-west, zodat vermoed wordt dat de polder eertijds (in ieder geval deels) bos geweest moet zijn. Waarschijnlijk is bij vloedstormen , welke oorzaak waren van het ontstaan van het Flevomeer, dit stuk land verdronken en het bos onder water geraakt.
Hij vertelde verder, dat bij de werkzaamheden in de Zuidpolder te Veld (grenst aan Eem en Baarn), waarmee vorig jaar (1939) een begin was gemaakt, de aanwezigheid van turf in de bodem werd geconstateerd. ‘En nu is onlangs bij werkzaamheden in de Noordpolder, Zuidwendpolder Heinellenpolder nog veel grotere hoeveelheden gevonden’.
Deze turf, die door het uitgraven van sloten en wegen vrij kwam bleek toen voor veel Eemnessers, maar ook mensen uit de wijde omgeving een buitenkansje, omdat vele mensen zich toen zorgen maakten over de brandstofvoorziening in de komende (eerste oorlogs-) winter. Men zag dus gedurende een aantal weken/maanden dat dagelijks vele mensen de pas gestoken turf daar op karren laadden om daarmee later thuis, wanneer de turf was gedroogd, de kachel te kunnen stoken. Dat de turf niet een vaste maat had en soms te lang of te breed was deerde niet; het was gratis en men zat er de winter lekker warm bij!