Zuster Obstinata

Wortelpuree-allee

Er worden nog maar heel weinig Inekes geboren. Of Tinekes. Ellen: uitgestorven. Hans. Kent iemand een boreling die Hans heet? Iemand recentelijk nog een geboortekaartje ontvangen met de mededeling: wij noemen hem Henk? Daarentegen gaven vorig jaar bijna duizend paar ouders met blijdschap kennis van de geboorte van hun zoon Noah. Saskia, toch een aardige oer-Hollandse naam, vinden we dan weer niet terug in de statistieken. Puck daarentegen wel. Is ook best aardig, voor een meisje dan. Het was toch even schrikken toen ik een geboorte-advertentie tegenkwam van een manneke dat van zijn ouders de naam Puk meekreeg. Toegegeven, ik had vroeger een een boekje over Puk en Lientje, waarbij Puk nadrukkelijk van het mannelijk geslacht was. Maar was wel een kabouter hè? Ik bedoel maar; daar gaan de tienerhormonen te zijner tijd niet van gieren en daar moet je wel rekening mee houden. Je moet er een heel leven mee toe, met zo’n naam.

Dat geldt ook voor straatnamen. Als het straatnaambordje eenmaal aan de paal geschroefd zit, krijg je het er niet meer af. Terwijl daar soms toch genoeg aanleiding voor bestaat.

In deze kolommen is door een zekere oud-dorpsdichter al eerder voorzichtig protest aangetekend tegen de soms wat curieuze keuzes van de straatnamencommissie. Persoonlijk was ik verbijsterd te ontdekken dat we zo’n commissie hadden. Ik dacht dat we na de overduidelijk dramatische debacles genaamd Zaadkorrel, Pijpestrootje en Geutoomserf overgestapt waren naar het klakkeloos kopiëren van de vondsten van de Blaricummer straatnamencommissie, wel zo makkelijk. Wat ons de familienamenbuurt en de vissenbuurt opleverde, maar vooruit, het kon erger. Vissticksteeg of Kibbelingallee, ik noem maar wat. Het pleidoooi om toch eens te kijken naar Eemnessers die daadwerkelijk iets gepresteerd, dan wel betekend hebben brengt me dan op het volgende: wordt het niet eens tijd een literaire zoon en dochter van Eemnes te eren? De wervende advertentie over het nieuwe woningbouwplan op het terrein van de Hilt (“Wonen in de Hilt – een wijk voor jong en oud”)  schreeuwt erom, zou ik zeggen. Vader en dochter Wortel geëerd in een knus buurtje dat eens het sociaal-culturele hart van Eemnes was. Wonen in de Wortelhof. Dat klinkt al beter dan ‘wonen in de Hilt’. Voigens mij kun je hooguit op een hilt wonen, maar dat terzijde. Wortelplantsoen, kan ook, of misschien nog beter: de Worteldwarsweg. Voor dochter Maartje wordt het dan de Worteltjeslaan of Worteltjesplein. Nou ja, daar komen we wel uit. Mochten er nog literair begaafde kleinkinderen de kop opsteken kunnen we de kunstzinnig begaafde groentedynastie nog verder verfijnen; dat wordt dan de wortelpuree-allee. Ik vind het wat hebben. Nu de straatnamencommissie nog overtuigen.

Related posts